Het LCG-netwerk
De locaties van de waarnemingspercelen en de waargenomen bladziekten zijn weergegeven op deze kaart.
(klik op de link om de kaart weer te geven en vervolgens op een waarnemingslocatie voor meer details)

Legende

W= witziekte; BL= bladvlekkenziekte; GR = gele roest; BR = bruine roest
Groen = ziekte niet aanwezig;
Oranje = ziekte aanwezig maar behandelingsdrempel nog niet bereikt;
Rood = behandelingsdrempel bereikt
Geëvalueerde rassen (vetgedrukt zijn de waarnemingen in rassenproeven van het LCG-netwerk):
Celebrity | Champion | Chevignon | KWS Erruptium | KWS Extase |
SU Addiction | Campesino | Dawsum | Debian | Geluck |
KWS Emerick | KWS Keitum | LG Optimist | LG Skyscraper | Moschus |
Pondor | Revolver | SU Horizon |
Ontwikkelingsstadium wintertarwe

Bij de meerderheid van de tarwe is de aar deels tot volledig zichtbaar (stadium 51 tot 59). 12% van de tarwe staat al in bloei (stadium 61 tot 69). Bij 23% van de tarwe is de aar nog niet zichtbaar.
Samenvatting: Bladziekten wintertarwe
Als er reeds een T1 behandeling werd uitgevoerd, hou dan voor de T2 rekening met de tussenperiode (max. 3-4 weken). Indien er nog geen behandeling werd uitgevoerd, behandel dan volgens de verwachte ziekte. Ken je rassen en reageer gericht om kosten te besparen. Klik hier voor de tool rassenfiches.
- Gele roest breidde verder uit de voorbije week. Het aantal waarnemingen van gele roest en de gemiddelde aantasting namen verder toe.
Bekijk de toegelaten middelen ter bestrijding van gele roest op de gewasbeschermingsapplicatie van Inagro. - Bladseptoria breidde weinig uit en blijft stabiel.
Bekijk de toegelaten middelen ter bestrijding van bladvlekkenziekte op de gewasbeschermingsapplicatie van Inagro. - Witziekte breidde niet verder uit.
Bekijk de toegelaten middelen ter bestrijding van echte meeldauw op de gewasbeschermingsapplicatie van Inagro. - Bruine roest werd wel meer waargenomen. Gevoelige rassen worden best nog goed opgevolgd.
Bekijk de toegelaten middelen ter bestrijding van bruine roest op de gewasbeschermingsapplicatie van Inagro.
Bladluizen
Bij het in aar komen moeten ook de bladluizen worden opgevolgd. De meest gevoelige periode voor schade door bladluizen is de periode vanaf het in aar komen tot het begin van de afrijping van het graan. Vooral in de periode tussen de stadia “alle aren uit” en “einde bloei” kunnen de bladluizen schade aanrichten. Schadedrempels waarbij een bladluisbestrijding rendabel is, als percentage van de halmen bezet met bladluizen (Bron: Bodemkundige Dienst van België):
- begin aarstadium: ± 30%
- aren 100% uit + stadium bloei: 20 tot 25%
- begin waterrijpstadium: 30 tot 35%
- begin deegrijpstadium: meer dan 35%
- deegrijpstadium: meer dan 50%
In het waarnemingsnetwerk werd de drempel voorlopig nergens bereikt.
Aarfusarium
Ook aan de aarbescherming moet gedacht worden bij het in aar komen. Het ideale tijdstip om te behandelen is alle aren uit-vroege bloei. Er is enige marge tot midden bloei. Wanneer de aar is uitgebloeid, heeft een behandeling nog weinig zin. Het moment van bloeien is namelijk een toegangspoort voor aarfusarium. Deze groeifase is dus best beschermd.

Even ter herinnering de bevorderlijke factoren voor het optreden van aarfusarium:
- Aanhoudende regen gedurende meerdere dagen of een langdurige regenachtige periode met hoge relatieve vochtigheid rond de “aarvorming – begin bloei” van de tarwe. Het valt dus af te wachten hoeveel neerslag we effectief zullen krijgen de komende week.
- Voorvrucht maïs (korrelmaïs is het meest bevorderlijk) en voorvrucht tarwe
- Niet ploegen of slecht inwerken van gewas- en stoppelresten vóór de teelt van tarwe (vooral na maïs en ook na tarwe, zie vorig punt). Hierop kunnen de sporen overleven en een infectiebron vormen voor verspreiding in de tarwe.
- Tarweras gevoelig voor aarfusarium.
Vorig groeiseizoen, met veel neerslag, werden de hoogste risico's op mycotoxines (bv. DON & ZON) aangetroffen op percelen met voorvrucht maïs of minder goed ingewerkte gewasresten. Op deze percelen is dus het meest aandacht nodig.
VOLGEND BERICHT: 29 mei 2025