Smalle graanvlieg

Bestrijding van Smalle graanvlieg

Cultuurtechnische maatregelen

Zaaibedbereiding en bodembewerking

Vóór het ploegen dienen de bovengrondse kluiten verkleind te worden. Vervolgens is het bij de zaaibedbereiding belangrijk ervoor te zorgen dat het zaaibed goed aangesloten is tot in de diepte. De schade is vaak minder groot in de aangedrukte zones, zoals wielsporen. Dit is te verklaren doordat hoe compacter de grond is, hoe moeilijker de larven kunnen bewegen. Rollen na de winter kan hierdoor bestaande schade beperken.

Het is dus belangrijk dat na het ploegen en de zaaibedbereiding de bodemstructuur voldoende aaneengesloten is in de diepte, om de migratie van de larven naar de graanplantjes zoveel mogelijk te bemoeilijken. Daarentegen vergemakkelijkt een losse, weinig compacte bodem de migratie van de larven in de bodem en verhoogt de kans op aanzienlijke gewasschade.

Hoe minder goed de bodemomstandigheden bij zaai zijn, hoe minder goed het graangewas een aanval van de smalle graanvlieg kan verdragen. Voldoende droge bodemomstandigheden voor de grondbewerkingen zijn dus van belang.

Gewasrotatie

De voorvrucht bieten vormt het grootste risico. Ook aardappelen, cichorei, bonen en andere groenten kunnen een risico inhouden. De schade is het meest uitgesproken wanneer het ontluiken van de larven samenvalt met het einde van de vorst op een weinig ontwikkeld graangewas. Dit is vooral het geval bij late zaai na bieten.

Zaaidatum

Een vroege zaai zal ervoor zorgen dat de graanplantjes reeds sterk ontwikkeld de winter ingaan, bij voorkeur uitgestoeld vóór de winter. Hierdoor is de schade veel beperkter. Bij een vroege zaai is de bodem bovendien meer aangesloten dan bij late zaai. Vandaar dat de meeste schade wordt aangericht bij late zaai.

Rassenkeuze

Bij winterharde en goed uitstoelende rassen, waarvan de groei na de winter het snelst herneemt, is de schade het kleinst. 

Bemesting

Bij schade in het voorjaar kan oordeelkundige stikstofbemesting zorgen voor een gedeeltelijk herstel, want het gewas mag in geval van schade geen honger lijden. Het beperken van stress maakt de plant namelijk weerbaarder.


Chemische maatregelen: zaaizaadbehandeling

Op percelen waar schade gevreesd wordt, kan er preventief gehandeld worden door behandeld zaaizaad met insecticiden te zaaien. Raadpleeg hiervoor Fytoweb of Inagro's gewasbeschermingsapp.

Door het schatten van het aantal afgelegde eitjes vanaf de tweede helft van augustus, is het mogelijk een idee te krijgen van het risico dat op bepaalde regio’s schade zal optreden. Dichtheden vanaf 200 eitjes/m² houden een risico in en kunnen belangrijke economische schade veroorzaken.

A tot Z