Het LCG-netwerk
De locaties van de waarnemingspercelen en de waargenomen bladziekten zijn weergegeven op deze kaart
(klik om de kaart weer te geven en vervolgens op een waarnemingslocatie voor meer details)
Legende
W= witziekte; BL= bladvlekkenziekte; GR = gele roest; BR = bruine roest
Groen = ziekte niet aanwezig;
Oranje = ziekte aanwezig maar behandelingsdrempel nog niet bereikt;
Rood = behandelingsdrempel bereikt
Geëvalueerde rassen:
Champion | Chevignon | Debian | Gleam | Hyacinth |
SU Shamal | Campesino | Crossway | KWS Extase | KWS Keitum |
KWS Sverre | LG Spotlight | Mochus | Reform | SU Ecusson |
Ontwikkelingsstadium wintertarwe
Bij ongeveer 6 van de 10 waarnemingen staat de tarwe in bloei. In 27 % van de gevallen is het in aar komen bereikt, waarbij de aar meestal volledig uit is.
De stadia van stengelstrekking zijn we in het waarnemingsnetwerk voorbij.
Bladziekten
Gele roest lijkt te stabiliseren. Toch blijft overal en zeker op de minder ver ontwikkelde tarwe aandacht voor gele roest nog belangrijk.
Klik hier om de erkende gewasbeschermingsmiddelen te raadplegen.
Bladvlekkenziekte breidde ook deze week nog erg uit. In de onbehandelde waarnemingsvelden is bladseptoria heel vaak doorgeklommen tot het laatste blad. Door de gestage toename moet in 9 van de 10 gevallen behandeld worden.
Klik hier om de erkende gewasbeschermingsmiddelen te raadplegen.
Witziekte is op een uitzondering na, niet meer belangrijk.
Bruine roest breidde nog lichtjes uit. In de onbehandelde waarnemingsvelden is in 9 van de 10 gevallen een behandeling tegen bruine roest nodig wanneer deze wordt waargenomen.
Klik hier om de erkende gewasbeschermingsmiddelen te raadplegen.
Bladluizen en graanhaantjes
Op dit moment moeten ook de bladluizen worden opgevolgd. De meest gevoelige periode voor schade door bladluizen is de periode vanaf het in aar komen tot het begin van de afrijping van het graan. Vooral in de periode tussen de stadia “alle aren uit” en “einde bloei” kunnen de bladluizen schade aanrichten. In het waarnemingsnetwerk werd de drempel nergens bereikt.
Schadedrempels waarbij een bladluisbestrijding rendabel is (percentages halmen bezet met bladluizen) (Bron: Bodemkundige Dienst van België):
- begin aarstadium: ± 30%
- aren 100% uit - stadium bloei: 20 tot 25%
- begin waterrijpstadium: 30 tot 35%
- begin deegrijpstadium: meer dan 35%
- deegrijpstadium: meer dan 50%
Ook de larven van het graanhaantje kunnen schade berokkenen in deze stadia. De larven worden overal wel waargenomen maar op basis van de waarnemingen is het nog niet nodig om te behandelen.
Economische schadedrempel voor de aanwezigheid van graanhaantjes:
- Laatste blad volledig uit (stadium 39): 0,4 larven per halm
- Aar volledig uit (stadium 59): 1,5 larven per halm
Aarfusarium
Op nog wat percelen moet nog aan de aarbescherming gedacht worden, gezien het stadium van de wintertarwe op percelen momenteel (zie eerder).
Het ideale tijdstip om te behandelen is van zodra alle aren uit zijn tot vroege bloei. Er is enige marge tot midden bloei. Wanneer de aar is uitgebloeid, heeft een behandeling nog weinig zin. Om te behandelen hebben de triazolen de voorkeur.
Op deze pagina kan je meer info vinden.
Aantasting aar
In het netwerk wordt er nu ook meer en meer aantasting in de aar waargenomen, en dan voornamelijk in wintergerst. Algemeen is de wintergerst reeds 1 of 2 keer behandeld met fungiciden, dan is het niet noodzakelijk om nog een extra behandeling te plaatsen. Dit wegens de beperkte impact van de aantasting, die niet opweegt tegen de kost van extra behandeling. Daarnaast is deze aantasting algemeen ook oppervlakkig, zonder schade te doen aan de korrel (zie foto's).
Groene korrel - zonder aantasting |
VOLGEND BERICHT: 13 juni 2024