Hieronder vindt u de resultaten van het rassenonderzoek dat de laatste jaren uitgevoerd werd door Inagro, CRA-W en A.P.P.O.
Verder kan u de eigenschappen van de verschillende rassen bekijken. Deze gegevens werden ter beschikking gesteld door A.P.P.O.
Tips bij de uitzaai
- Kies rassen die op verschillende proefplaatsen en over verschillende jaren goed presteren.
- Nooit koolzaad na koolzaad zaaien, respecteer een vruchtwisseling van minstens 1 op 3
- Een beperkte hoeveelheid dierlijke mest voor zaai kan, maar overdrijf zeker niet: het gewas mag niet te sterk ontwikkeld de winter ingaan.
- Zaai bij voorkeur tussen 20 aug en 5 sept, in functie van de weersomstandigheden; bij zaai in september opteer je best voor een hybride en zaai je iets dikker
- Optimale zaaidiepte: 2 tot max 4 cm, zaai iets minder diep (2 cm) in droge omstandigheden
- Zaaidichtheid:
Voor Hybriden: tot 40 zaden/m²
Voor Lijnen: tot 70 zaden/m²
Let op! Het duizendkorrelgewicht van de verschillende rassen ligt sterk uiteen waardoor de zaaddosissen variëren van 1,2 tot 3 kg/ha: reken steeds per ras afzonderlijk de zaaddosis per hectare uit op basis van het duizendkorrelgewicht. - De afstand tussen de rijen mag zonder problemen variëren tussen 12 en 45 cm.
- Werk voor de opkomst van het koolzaad het stro van de naburige koolzaadpercelen onder om infectiedruk door phoma vanuit de oogstresten te vermijden.
- Een zaaizaadontsmetting met bv. mesurol beschermt tegen een eerste aanval door aardvlooien, maar verdere opvolging is nodig.
- Wees waakzaam voor de slakken! Slakken zijn de belangrijkste oorzaak voor plantuitval in het najaar. Eventueel behandelen bij zaai en opvolgen in de eerste weken na zaai tot het 3-4 blad stadium van het gewas.